|
Stuart Hill en Forvik (1)
Laatst herzien op:
12-6-2009
Dit verhaal is waar gebeurd.
Bij Micronaties is altijd sprake van uiterst kleurrijke en excentrieke figuren. Ik bedoel maar, wie haalt het anders in zijn hoofd om niet alleen de onafhankelijkheid uit te roepen, maar ook om zichzelf tegelijkertijd tot staatshoofd, prins of zelfs koning uit te roepen.
Stuart Hill is zo'n kleurrijke figuur. In 2001 bouwde de toen 58-jarige Hill een grote roeiboot om tot een in zijn ogen zeewaardig schip, de Maximum Exposure ('maximale publiciteit') compleet met surfplankzeil als aandrijving. Hij wilde met het slechts 4,6 meter lange bootje rond Engeland varen om geld voor een liefdadig doel in te zamelen.
Volgens diverse experts was het plan van het begin af aan gedoemd te mislukken. Het schip was gewoonweg niet geschikt voor het door Hill beoogde doel. Hij begon zijn tocht een maand te laat. De hars die hij gebruikte voor het behandelen van zijn boot bezorgden hem een allergische reactie die hem ruim vier weken lang belette te vertrekken. Al enkele minuten na zijn vertrek, eind mei op de rivier
Stour, niet zo heel erg ver bij Sealand vandaan kwam Hill in aanvaring met een andere boot, maar hij liet zich door de mogelijke averij niet hinderen en in zes dagen tijd legde hij vervolgens zo'n 100 mijl af. Op dat moment ging het opnieuw mis, een boos voorteken van wat er nog zou komen. In dit geval was de van een suftplank afkomstige zeilmast van het bootje gespleten, en Hill moest door de kustwacht een haven worden binnengesleept. Hij was nog niet aan wal of hij begon T-shirts te verkopen om zijn actie te ondersteunen, waarbij hij prompt gearresteerd werd, omdat hij niet over de vereiste ventvergunning beschikte.
Na drie weken was de schade gerepareerd, en met de slechtst denkbare weersvoorspelling op zak zette hij opnieuw koers richting het ruime sop. Het duurde door het noodweer drie dagen voordat hij slechts drie mijl was opgeschoten. Ongevraagd schoten een reddingsboot en een helikopter hem te hulp, waarbij Hill liet weten dat hij niet op enige hulp zat te wachten en tegen het advies van de hulpverleners in volhardde hij in in de voortzetting van zijn tocht. In de dagen erop kregen de hulpdiensten diverse verontruste telefoontjes van mensen aan de kust die ervan uitgingen dat Hill op het punt stond te vergaan,
Korte tijd later ondernamen kustwacht en reddingsdiensten alsnog diverse pogingen om
Hill, wiens boot inmiddels door een groot gat lek was geraakt waardoor ook de marifoon het niet meer deed, uit het kolkende water te redden. Hill bleef halsstarrig iedere vorm van hulpverlening weigeren. Uiteindelijk moest hij na dagen toegeven dat de boot waarvan hij zei dat die onzinkbaar was inmiddels zo'n groot gat in de romp had, dat doorgaan zinloos was. Wat hem het duwtje gaf was de mededeling dat alle reddingsacties voor hem inmiddels een fortuin gekost hadden. Niettemin bleef het bootje drijven terwijl het naar het strand van Cromer werd gesleept, nog altijd slechts zo'n 100 km noordelijk vanwaar hij was begonnen. Bij het daarna zelfstandig naar de haven varen van de Maximum Exposure veroorzaakte hij opnieuw grote commotie bij de hulpdiensten door zonder functionele marifoon rondjes te gaan varen in een van de drukste scheepvaartroutes rond Engeland. Iets later tijdens zijn tocht voer hij overigens een verboden zone binnen, die door Tornado-bommenwerpers van de RAF gebruikt werd om met scherpe munitie te oefenen.
Toch bracht de barre tocht Hill nog tot bij de Shetland eilanden, waar zijn schuitje in de zeven meter hoge golven zo'n 80 km ten westen van de eilanden uiteindelijk kapseisde. Het lukte hem niettemin vanonder het op de kop liggende scheepje met zijn satelliettelefoon de hulpdiensten te waarschuwen. Het duurde vervolgens een uur voordat hij uit zijn benarde positie kon worden bevrijd. Het was inmiddels augustus. In het ziekenhuis waar hij een nacht moest blijven en voor onderkoeling werd behandeld vertelde hij zo spoedig mogelijk zijn tocht te willen hervatten. Hij vertelde een dag later spijt te hebben gehad de hulpdiensten te hebben ingeschakeld. Hij had het onder de boot waar hij was makkelijk tot de volgende ochtend kunnen uitzingen, en als het weer dan was opgeklaard had hij door zichzelf uit de misère te verlossen de wereld nog wel eens laten zien hoe zo'n kleine man toch tot zulke grote dingen in staat was. Volgens de hulpdiensten had hij echter extreme mazzel gehad het avontuur te hebben overleefd. Ook de kritiek achteraf dat zijn actie de hulpdiensten heel veel meer geld gekost had dan dat zijn inzameling had opgeleverd wuifde hij weg. Hulpdiensten zijn er nu eenmaal om te gebruiken, en alle extra kosten die er gemaakt zijn betreffen hooguit alleen de dieselolie, zo stelde
Hill. Het hele drama leverde hem in de Engelse pers de bijnaam Captain Calamity op (Kapitein Rampzaligheid).
In september 2008, toen hij al aan het hoofd stond van zijn eigen micronatie werd hij nabij Shetland opnieuw gered van een vaartuig, gemaakt van triplex, dat door mensen die het gezien hadden als bouwval werd beschreven of als drijvende kledingkast. Zonder radioapparatuur of zwemvest werd hij in zwaar weer gered uit een van de gevaarlijkste wateren van het Verenigd Koninkrijk nadat hij via zijn mobieltje de hulpdiensten had gewaarschuwd. Volgens de hulpdiensten was na dat eerste telefoongesprek de batterij van het mobieltje van Hill leeg geweest. Toen hij aan wal ging liet Hill de toegestroomde journalisten weten dat hij hoopte dat hij zijn 'boot' nog kon bergen en dat hij zeker van plan was om hem nogmaals te gebruiken.
Voor het vervolg zie deel 2...
Bronvermelding: dit artikel leunt naast andere bronnen zwaar op informatie uit Wikipedia en uit
Shetlopedia.
©2010, Micro-nation.info / Piek-E press, unless stated otherwise
Worldmap background: public domain in 2008 bij
Vardon
|
|